Sociale Veerkracht begint met vertrouwen in mensen dat ze het zelf ook kunnen!

Sociale Veerkracht is een aanpak waarmee de gemeente Midden-Groningen mensen met ingewikkelde problemen wil steunen. Door te laten zien dat mensen meer zelf kunnen, samen met anderen uit hun omgeving, hun eigen netwerk. Door deze manier hebben inwoners van de gemeente minder hulp nodig van professionals in de zorg. Wethouder Evert Offereins van Sociaal Domein en Jeugdzorg: ‘Vroeger gingen we automatisch naar de hulpverlener, nu kijken we eerst naar wat de mensen zelf kunnen. En dat is vaak meer dan je denkt!’

Het project Sociale Veerkracht is een onderdeel van Hart voor Midden-Groningen en wordt gefinancierd vanuit Nationaal Programma Groningen. Inmiddels zijn de drie jaren van het project voorbij en zal deze aanpak onderdeel worden van de werkwijze van de Sociale Teams in Midden-Groningen. '

Van afhankelijkheid naar eigen kracht en netwerk

Gert Jan Bolt was een van de aanjagers, de ambassadeurs die Sociale Veerkracht zijn gaan invoeren in de Sociale Teams. Bolt: ‘Sociale Veerkracht is niet echt een project, maar meer een manier van denken, een manier hoe we de hulpverlening zien. Hoe we vaak mensen afhankelijk maken van de hulpverlening en de instanties. We kijken nu in de Sociale Teams veel meer naar hoe mensen met problemen hun eigen netwerk, familie, buren of vrienden, kunnen vragen te helpen. Soms zijn contacten verwaterd waardoor er geen contact meer is. We stimuleren om te kijken wie je allemaal kent en hoe deze mensen te betrekken. Daarmee doe je minder een beroep op de hulpverleners, die al enorm belast zijn met veel cliënten. Er zijn door deze manier van werken ook veel minder indicaties dan eerder. Professionele hulp kan nog steeds nodig zijn, maar zal beter kunnen aansluiten op wat mensen zelf kunnen, met de mensen om hen heen. Anders over zorg, hulp en ondersteuning nadenken is wennen en zal tijd kosten, zowel bij de inwoners als bij de Sociale Teams en de gemeente.' 

De kracht van contact

Volgens Offereins los je al veel problemen op door mensen weer met elkaar in contact te brengen. ‘Denk aan families die elkaar uit het oog zijn verloren of moeders die onzeker zijn over de opvoeding van de kinderen. In plaats van professionele hulp in te schakelen worden ze aangemoedigd steun te vinden bij elkaar. ‘Moeders van Midden-Groningen’ is hiervan een mooi voorbeeld. Daar helpen jonge moeders elkaar. De visie is: minder afhankelijk van het systeem van hulpverlening of de gemeente en meer vertrouwen in de kracht van mensen zelf. We hebben jarenlang alles van mensen overgenomen. Nu moeten we leren loslaten en ruimte geven.’  Offereins benadrukt dat professionele hulp soms ook nodig blijft bij complexe situaties. ‘Maar in veel gevallen kunnen mensen met een duwtje in de rug zelf verder. Hulpverleners zijn vaak tijdelijk in het leven van mensen. Daarom is het ook zo belangrijk om de kring om mensen heen te versterken.’ 

Kleine initiatieven, groot effect

De rol van de gemeente verandert daarmee ook. Niet meer ‘regelen en alles oplossen’ maar eerder faciliteren, in feite betalen. Wandelgroepen, welzijnscoaches en buurthuizen worden ondersteund, zodat mensen weer zelf vorm kunnen geven aan hun leven. ‘We investeren in gemeenschap en verbinding. Dat hoeft niet altijd heel veel te kosten. Met een wandeling en koffie kom je al een heel eind’, zo vindt Offereins.  

Vakmanschap boven bureaucratie

Voor de zomer is er door een onderzoeksgroep een eindrapport geschreven en aan de gemeenteraad gepresenteerd. In dit onderzoeksrapport ‘Vertrouwen in mensen en processen’ is te lezen dat er een grote druk is op de hulpverleners om zich te verantwoorden. Volgens Bolt, die in de onderzoeksgroep zat om de ontwikkeling van Sociale Veerkracht te volgen, is men in de Sociale Teams 40% van de tijd bezig met de administratie. ‘Het is vreemd dat de politiek minder administratie eist en ondertussen wel meer verslaglegging verwacht. Er is te veel tijdsdruk en bureaucratie. Vertrouw meer op het vakmanschap van de hulpverlener!’ 

Terug naar de kern

Ook wethouder Offereins vindt dat er meer contact moet zijn met de mensen en minder tijd besteed moet worden aan ‘het papier’; 40% is veel te veel. ‘Dat moet echt minder. We moeten terug naar de kern: contact met de mensen. Niet alles hoeft dichtgetimmerd worden met regels. Laat zien dat mensen het zelf kunnen. Geef vertrouwen, geef ruimte. Dan ontdekken ze hun eigen kracht en mogelijkheden. En dat is ook wel waar het om gaat bij Sociale Veerkracht: weten dat je niet alles alleen hoeft te doen, maar ook niet meteen de hulpverlener hoeft in te schakelen.’