Aanhanger Parallelweg

• Op 22, 23, 24 en 25 september hebben boa’s geconstateerd aan dat aan de Parallelweg in Hoogezand langere tijd een aanhanger geparkeerd staat op het gras naast een openbare parkeerplaats.
• Op 3 oktober 2025 is een brief op de aanhanger aangeplakt. In deze brief staat dat de aanhanger voor uiterlijk 20 oktober 2025 dient te worden verwijderd.
• Op 20 oktober 2025 hebben boa’s gezien dat de aanhanger nog op dezelfde plek geparkeerd staat. 

In artikel 5:6 lid 1 onder a van de Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Groningen 2025 (hierna: APV) staat dat het verboden is om een aanhanger langer dan drie dagen achter elkaar op de weg te plaatsen. 

In artikel 5:6 APV staat: 

‘’Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

a. langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te plaatsen of te hebben;

b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid, aanhef en onder a.

3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

4. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.’’

Wij hebben geconstateerd dat deze aanhanger langer dan drie dagen op de weg is geplaatst. Er is geen ontheffing verleend voor het plaatsen van deze aanhanger op de weg. Daarom is sprake van een overtreding van artikel 5:6 APV.

Wij merken de eigenaar van de aanhanger aan als overtreder van artikel 5:6 APV. 

Deze brief is een ‘’last onder bestuursdwang’’. Dit betekent dat wij de overtreder nog één kans geven om zelf de overtreding te beëindigen. Hieronder geven wij u meer informatie over de last onder bestuursdwang. 

Wij vragen de overtreder om de overtreding van artikel 5:6 APV zelf te beëindigen en beëindigd te houden. Dit kunt u doen door de aanhanger van de weg te verwijderen en verwijderd te houden.

De overtreding dient voor uiterlijk 7 november 2025 te worden beëindigd. Als de overtreding niet voor 7 november 2025 stopt, zal de gemeente de overtreding beëindigen. Wij verwijderen de aanhanger dan zelf en bewaren deze dertien weken. 

De overtreder moet de kosten die de gemeente maakt om de overtreding te stoppen, terugbetalen. De overtreder krijgt hierover een brief met meer informatie. Hierin staat ook hoeveel de overtreder moet betalen. 

Tijdens de dertien weken kan de eigenaar de aanhanger terugvragen. De eigenaar krijgt de aanhanger alleen terug als hij/zij de gemaakte kosten terugbetaalt aan de gemeente. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de gemeente maakt om de aanhanger te vervoeren en te bewaren.

Als de aanhanger niet binnen dertien weken wordt teruggevraagd, mogen wij de aanhanger verkopen. De eigenaar kan de aanhanger dan niet meer terugvragen.

Wij mogen een last onder bestuursdwang opleggen op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:6 APV. 

Vanaf artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) staat meer uitgelegd over wat een last onder bestuursdwang is. 

Artikel 5:25 lid 1 Awb bepaalt dat wij de kosten die wij maken om de overtreding te beëindigen, aan de overtreder terug mogen vragen. 

In artikel 5:29 Awb staat dat wij de aanhanger mogen wegslepen en bewaren. In dit artikel staat ook dat wij de aanhanger pas terug hoeven te geven aan de eigenaar, als de gemaakte kosten worden terugbetaald.

Artikel 5:30 Awb bepaalt dat wij na dertien weken de aanhanger mogen verkopen.

Heeft u vragen over deze melding? Dan kunt u contact opnemen met team Veiligheid en Vergunningen. Bekijk de contactgegevens van de gemeente. Vermeld het zaaknummer: 1614650.

Als u het niet eens bent met dit besluit en u bent belanghebbende, dan kunt u bezwaar maken. Dit doet u door per brief of fax –dus niet per e-mail- een gemotiveerd bezwaarschrift te sturen aan het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Bijvoorbeeld het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. 

Uw bezwaarschrift dient aan een paar eisen te voldoen, anders kan het bestuursorgaan besluiten uw bezwaar niet in behandeling te nemen. U moet uw bezwaarschrift ondertekenen en u vermeldt in ieder geval: 

• Uw naam en adres.
• De datum van het bezwaarschrift. 
• Een omschrijving van het besluit waartegen uw bezwaar is gericht.
• De gronden (motivering) van uw bezwaar. 

Uw bezwaarschrift moet binnen zes weken na verzending van het besluit door het bestuursorgaan zijn ingediend. Stuur zo mogelijk een kopie van het besluit mee. 

U kunt uw bezwaarschrift verzenden naar: de gemeente Midden-Groningen, Postbus 75, 9600 AB Hoogezand. 

Een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit waartegen u bezwaar maakt nog steeds geldig is en ook in werking treedt. Wanneer sprake is van grote spoed, bijvoorbeeld omdat uw belangen worden geschaad door de inwerkingtreding van het besluit, dan kunt u de rechtbank vragen een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter bekijkt of een voorlopige tussenoplossing noodzakelijk is. 

U kunt een voorlopige voorziening aanvragen door een verzoekschrift te sturen aan de rechtbank Noord-Nederland, afdeling bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen.